Uit liefhebberij begon hij met het schrijven van verhaaltjes. Dit bleek in de smaak te vallen en al snel ging hij over tot het schrijven van hoorspelen (voor de radio) en boeken. Velen van de oudere generatie zullen zich nog de avonturen van 'Saskia en Jeroen' en 'Ernstjan en Snabbeltje' herinneren, die te horen waren op de vrije woensdagmiddag, net voor het schoolwedstrijdprogramma Jeugdland van de NCRVradio.
Vanaf 1952 legde hij zich volledig toe op het schrijven van boeken. Hierbij haalde hij een hoge productie; in twintig jaar schrijft hij meer dan tachtig forse boeken.
Na het afronden van de vierdelige serie Geschiedenis van de Lage Landen tegen het eind van de jaren zeventig liep zijn productie terug en ging hij zich meer wijden aan het schilderen.
Zijn meeste boeken zijn echte kinderboeken. Daarnaast legde hij zich toe op geschiedenis. Hij had een beeldende schrijfstijl waarin hij feiten vermengde met verhalende (en grotendeels) verzonnen onderdelen, wat tot een zeer vlot leesbaar geheel leidde. Ook bewerkte hij een groot aantal sagen en legenden.